One Way Ticket to the blues

 

Hunter en Keller

Niemand zal van pure vreugde uit zijn stoel springen wanneer de namen van Hank Hunter en Jack Keller in de loop van een diepgaand muzikaal gesprek opdoemen. Toch kent iedere wat oudere muziekliefhebber een handvol van de songs die zij schreven. Ze kwamen elkaar rond 1960 vaak tegen in het beroemde Brill Building, een kantoorgebouw  op 49th Street in Manhattan (New York).  In elk kamertje van dit immense gebouw waren dag in dag uit mensen bezig met het schrijven en componeren van liedjes in het lichtere genre. Er zijn heel wat mooie songs uit voortgekomen, vooral ook waar de koppen bij elkaar gestoken werden om de talenten te bundelen. Zo ging het ook met Hank Hunter en Jack Keller. Beiden hadden hun sporen al verdiend, zowel alleen als in samenwerking met andere componisten van naam.

Hunter schreef (samen met Barry Mann) het nummer Footsteps voor Steve ‘Go away little girl’ Lawrence, Tears and Roses voor Al Martino en voor Connie Francis Vacation.

V.A.C.A.T.I.O.N.
V.A.C.A.T.I.O.N.

Jack Keller had een aantal bekende songs op zijn naam staan, zoals Everybody’s somebody’s fool (ook een Connie Francis-hit), Run to him voor Bobby Vee en Venus in blue jeans, een hit voor Mark Wynter.

In 1959 schreven zij samen One Way Ticket (to the blues) dat op de B-kant van een Neil Sedaka single, te weten Oh Carol, terechtkwam.

De single uit 1959
De single uit 1959

Neil Sedaka

Neil Sedaka had een blauwe maandag deel uitgemaakt van de groep The Tokens maar besloot in 1957 tot een carrièreswitch. Ook hij vestigde zich ook in het Brill Building waar hij talloze songs schreef met en zonder collega’s. Na een aantal redelijk onopgemerkt gebleven singles (I go ape en Crying my heart out for you) kwam zijn doorbraak in 1959 met Oh Carol. Dit was een groot succes in Italië maar de B-kant, One way ticket, werd nummer 1 in Japan.

Beroemd tot in Japan
Beroemd tot in Japan

Terwijl Sedaka’s carrière voortdenderde, bleef One way ticket verder een beetje in de vergeethoek hangen. In vele talen nam Neil zijn liedjes op, onder andere in het Italiaans, Spaans, Duits, Hebreeuws en Japans. Zijn carrière kwam in een dip terecht, evenals die van vele collega’s, door het oprukkend geweld van de Britse popmuziek, met name de Beatles. Hij liet het hoofd niet hangen en schreef hits voor onder andere The Monkees, Fifth Dimension en Franki Valli.

Daarnaast was hij een begaafd klassiek pianist die echter op een Tsjaikovskiconcours te Moskou werd gediskwalificeerd vanwege zijn rock and roll carrière en de slechte invloed die hij daardoor zou uitoefenen op de Russische jeugd.

Ook in de jaren die volgden bleef Sedaka actief in de muziek. Tot op de dag van vandaag treedt hij nog op, bijvoorbeeld in Beverly Hills en Las Vegas.

Frank Farian

Farian's grootste successen
Farian’s grootste successen

Inmiddels kwam in Europa de discorage tot leven en probeerde de Duitse Franz Reuter onder de naam Frank Farian een carrière als zanger te starten. Hij had niet voldoende uitstraling om uit te groeien tot een ster, daar was hij trouwens veel te verlegen voor, maar hij wist als geen ander hoe een groep moest klinken en hoe die er uit moest zien. Onder de naam Boney M nam hij een plaat op “Baby do you wanna bump”. Dit werd per ongeluk een hit en dus moest er opgetreden worden. Daartoe verzamelde hij een aantal gekleurde dansers uit Aruba en andere tropische gebieden. Deze groep ging voortaan door het leven als Boney M, maar Farian nam de leadzang in de studio voor zijn rekening.

In het kielzog van Boney M richtte Farian nog  andere glitter-discogroepjes op, zoals Milli Vanilli (de echte zangers waren niet mooi genoeg om op te treden) en Eruption.

 

Niet Boney M maar Eruption

eruption

De Londense groep Eruption vond in eigen land geen gehoor meer. Daarom verkaste ze naar Duitsland, waar ze voorgesteld werd aan Frank Farian. Hij zag wel iets in de groep: vier mooie donkergekleurde mensen die niet alleen konden dansen maar ook zelf goed konden zingen. Elke oudere muziekliefhebber herinnert zich nog wel het bloempot-met-kralenkapsel van leadzangeres Precious Wilson. Nadat Eruption (echte muzikanten dus) succes had geboekt als openingsact bij de (neppe) Boney M optredens, bood Frank Farian hun een platencontract aan. Het album bestond voornamelijk uit in een discojasje gestoken redelijk onbekende nummers van andere artiesten. Het door Ann Peebles onnavolgbaar op de plaat gezette “I can’t stand the rain” werd een hit in de versie van Eruption. Dit vroeg om een vervolg en zo werd Neil Sedaka’s B-kantje One Way Ticket een succes voor deze noveltygroep. Het grote succes was hierna voor de groep Eruption ten einde.

 

Precious Wilson begon een solocarrière die tot op heden voortduurt. Ze treedt op als Precious Wilson maar ook als Precious Wilson & Eruption.

Op de solotoer
Op de solotoer

 

Het nummer One Way Ticket (to the blues) heeft een aantal terecht vergeten coverversies gekend. Ik noem er een paar.

  • De Deense Dett nu The Cliffters (een Cliff Richard coverband avant la lettre) in 1964.
  • In 1969 The Scarlets, eveneens een Deense band.
  • Barry Blue (pseudoniem van Barry Green), voorwaar toch niet de eerste de beste, die onder andere repertoire schreef voor Lynsey de Paul.
  • Er waren instrumentale versies van orkesten als Max Greger en Ernst Lambert.

Ook kwam er nog een uitgekauwde en aangepaste versie van Precious Wilson, maar die kunt u beter vergeten.

 

Op You Tube, het gezaghebbende internetmedium anno 2015, wordt het succes van One Way Ticket hardnekkig toegeschreven aan Boney M. Geen wonder, want Frank Farian projecteerde zijn muzikale sound op alles wat hij produceerde.

Maar u weet voortaan wel beter.